Belasting op bedrijfswagens compenseert alle subsidies openbaar vervoer
De Belgische Federatie van Voertuigen Verhuurders Renta berekende op basis van Febiac-cijfers dat alle belastingen op bedrijfswagens jaarlijks goed zijn voor ruim 5 miljard euro. Dat is precies zoveel als alle subsidies aan de spoorwegen en de regionale vervoersmaatschappijen samen.
“Wij gunnen het openbaar vervoer elke euro subsidie, omwille van sociale redenen en vanwege de congestieproblematiek,” verduidelijkt Frank Van Gool, Algemeen Directeur van Renta, de Federatie die autoverhuurders en leasingmaatschappijen in België verenigt. “Maar we vinden het pertinent onjuist dat bedrijfswagens met de regelmaat van de klok worden voorgesteld als een soort fiscale ontsnappingsroute.”
Febiac publiceert jaarlijks een overzicht van fiscale inkomsten uit personenwagens. In 2015 waren die goed voor 16,8 miljard euro. Daarbij komen nog de inkomsten uit het voordeel alle aard van de bedrijfswagens, volgens Renta gaat dat om ongeveer 800 miljoen euro per jaar. We klokken af op 17,6 miljard in totaal.
Als we de fiscale inkomsten uit het privé-wagenpark en uit het bedrijfswagenpark willen splitsen, moeten we rekening houden met het feit dat 20% van alle voertuigen op de weg bedrijfswagens zijn. Dezelfde voertuigen maken 50% uit van de nieuwverkopen, waardoor ze gemiddeld een hogere nieuwwaarde hebben. Bovendien vertegenwoordigen ze 30% van de gereden kilometers, want ze rijden voornamelijk bij de beroepsactieve bevolking. Zo komen we uit bij een splitsing van 11,4 miljard opbrengsten uit privé-wagens en 6,2 miljard uit firmawagens. De eerlijkheid gebiedt ons om de (gedeetelijke, 35%) BTW-aftrek voor bedrijven in dit cijfer te verrekenen. Dat is een slordige 5,2 miljard aan netto inkomsten voor de overheid.
Een aantal organisaties beweert dat de bedrijfswagens de overheid geld kosten: het voordeel in natura zou niet op dezelfde manier belast worden als loon. “Het is een illusie te denken dat werkgevers het netto voordeel van een firmawagen bruto compenseren. Maar het is evenzeer ondenkbaar dat werknemers een bruto vergoeding zouden aanvaarden die netto veel lager ligt dan de waarde van de bedrijfswagen,” zegt Van Gool.
“Bedrijfswagens zijn de zuinigste en de veiligste op de weg. Ze zorgen voor een goed draaiende automobiel-economie in dit land. Daarnaast zijn deze voertuigen gemiddeld half zo oud als particuliere voertuigen.”
“Wij hebben helemaal niets tegen investeringen in openbaar vervoer. We betalen die zelfs graag mee. En als bedrijfswagens morgen verdwijnen, zal de overheid uiteraard nog fiscale inkomsten hebben van bedrijfswagengebruikers die zelf een oplossing moeten zoeken voor hun mobiliteit. Daardoor neem je hen koopkracht af die nu via de werkgever wordt betaald. De bedrijfswagen creëert dus ook een maatschappelijke opbrengst.”